Abraham Blauvelt, collega zeerover van Piet Heijn is naamgever van deze baai in Bocas del Toro. https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Abraham_Blauvelt
Vanaf de rio Chagres is het rechtstreeks 120 mijl hier naartoe. De wind lijkt gunstig en we vertrekken rond een uur of acht s'ochtends.
Bij 5 knopen gemiddeld komen we met licht aan en we hebben nog uitloop als het minder snel gaat. Langs de "Musquitocoast" loopt de equatoriale tegenstroom. De hoofdrichting van de stroming in de Carieb is Noordwest maar langs een groot deel van de midden- amerikaanse kust loopt de tegenstroom om het water weer aan te vullen De richting hiervan is oost/ zuidoost. Daar zitten wij dus in . Volgens het Grib weerprogramma" Weathertrack" ( aanrader) is de sterkte max 1 knoop. Maar geen kentering zoals voor de Nederlandse kust.
Mede door land effecten heb je op dit deel van de Carieb voor de panamese en Costa Rica kust ook vaak lokale lage druk gebieden Deze ontstaan door verwarming van het land en kabatische winden vanaf de bergen. Deze lagedruk gebieden met over het algemeen weinig wind remmen de Noord- oost passaat af cq buigen deze om naar een westelijke wind. De windverwachting onderweg is noord-noordwest zodat we scherp aan de wind moeten met zon 10-12 knopen windsterkte.
Als we buiten zijn valt het zwaar tegen.
Allereerst is de wind veel meer west en zo'n 15-20 knopen ware wind. Dat wordt dus motorzeilen. Door de grotere windsterkte zijn ook de windgolven hoger. De deining is echter uit het noord-oosten gemiddeld zo'n 1,5 meter hoog, zodat er een flinke kruiszee staat. We hakken tegen de golven en wind en na 2 uur heb ik het eigenlijk wel gezien. Maar we zijn met twee boten ( Blabber) en zij geven geen krimp. We zitten in een soort tijdsklem. Over 2 dagen wordt er veel meer wind verwacht en de golven zullen toenemen tot zo'n 3 meter. Dan liggen we vast op de rio Chagres want met die deining krijg je brekers voor de monding en is het te gevaarlijk om de rivier te verlaten. Dan lig je zeker een week opgesloten. Stug doorhakken dus tegen wind en golven in. Met mijn (te) kleine schroef heb ik duidelijk het grootzeil erbij nodig om niet bij elke golf volledig stilgelegd te worden. De stroming tegen is ook veel meer als verwacht en met ruim 6 knoop op de log maken we net aan 4 knoop over de grond. Dat wordt dus langer dan 24 uur onderweg. We hebben nog een uitwijk van de eilanden groep Isla Escudo de Veraguas maar we verwachten dat met de hoge golven, je daar niet zo rustig zal liggen. We vorderen gestaag en met het donker worden hebben we wat maan erbij. Op de vrijwel onbewoonde kust een heel enkel lichtje te zien. Wel zien we een viertal felle flitslichten van onbekende oorsprong. Of dit op de wal is of één of ander vistuig valt niet vast te stellen. Op de radar is namelijk niets te zien. Voor de rest geen schip te bekennen. We lopen weer wacht van 3 uur op 3 uur af. Lies ligt al op de bb bank in de kajuit met het zeiltje gespannen om er niet af te rollen. Om 10 uur wordt ik in het donker opgeschrikt door een hevig gebrom. Nee toch, niet weer problemen met onze Volvo. Ik neem meteen gas terug maar het gebrom houdt aan. Het lijkt wel een vliegtuig, helicopter of drone ? vlak boven ons. In het donker is niks te onderscheiden en na korte tijd is het weg. Van de Blabber horen we later dat Ben een rood/groen lampje in de lucht heeft waargenomen. Waarschijnlijk werden we gecontroleerd door de (amerikaanse?) kustwacht door een drone. Ook op dit deel zijn er nog heel veel drugstransporten en de Panamezen werken nauw samen met de Amerikanen. Ook met de Nederlanders wordt samengewerkt want die bestrijken met hun geavanceerde radarsysteem ook een groot deel van de Carieb.
Het gas gaat er weer op en we hakken verder. In de wolken is al weerlicht te zien Het onweer front is op de radar op zo'n 22 mijl te onderscheiden. Het haalt ons langzaam in. In de Carieb komt veel meer en veel heftiger onweer voor dan in Nederland. Toen we in Linton bay tijdens het hurricane seizoen lagen, is onze buurman geraakt. Antennes en apparatuur kon ie afschrijven. Twwe jaar daarvoor was de Betty Boop onze buurman en had hem te pakken. Nu het donker is valt op dat het laadlampje van de dynamo's heel zwak blijft branden en de accu's niet worden bijgeladen. Ook bij ons wellicht voor de tweede keer schade door bliksem. De dynamo's zijn net 1,5 jaar oud en ik denk dat de regelaars weer opgeblazen zijn. De onweersbui komt steeds dichter bij maar breekt in stukken. Door een beetje handige slag te maken schieten we net achter de ene bui langs en voor de ander uit. Een onbekend bakboord/ stuurboord licht kruist voor ons langs, keert op 1 mijl en gaat weer achter ons langs. Wat doet die hier op de lege kust? Wellicht een visser maar verder geen AIS zodat een en ander onbekend blijft.
In de kleine uurtjes draait de wind nog verder west (tegen) maar we lopen wat in op de Blabber. De slagen worden ongunstiger en we moeten verder van de rumbline af.
Met de buien zet ik AIS en marifoon uit.
Blabber heeft zijn toplicht aangezet en ik kan zijn positie voor ons nu op "zicht" in de gaten houden. We kunnen de buien aardig ontlopen en met een gunstige winddraaiing lopen we Blabber voorbij. Achteraf blijkt dat hun stuurautomaat kuren heeft en op het handje gestuurd moet worden. Met het licht worden nemen de buien af maar neemt de deining toe. Anderhalve meter wordt meer dan 2,5 tot 3 meter. Gelukkig schuin van achter. Wat een brokken water halen ons in. Af en toe surfen we van een golf af. Langzaam maar zeker komt de kust weer in zicht. Voor de kust liggen een aantal onbewoonde rotseilanden en ook de bodem gaat van een paar honderd meter diep naar 30 tot 50 meter. Na overleg met Blabber besluiten we buiten alle eilanden en rotsen om naar binnen te varen. Gemotiveerd met " als de motor uitvalt heb je meer ruimte. De pilot adviseert de binnen door route (Canal Valiente). Buitenom (Cayos Tigres) is meer dan 5 mijl extra . Plotseling zien we hele kleine open vissers bootjes midden op zee. Boven op een golf goed zichtbaar maar daarna totaal verdwijnend in een golf dal. Met hun Yamaha buitenboord motoren scheuren ze tussen de golven door. Vaak alleen aan boord zwaaien deze vakmensen hartelijk terug.
Achter af staan de buitenste rotsen en ondieptes ( 7-10 m) niet op onze detailkaart. De Navionics electronische kaart klopt hier echter ook ( controle met radarbeeld ) Een Fransman die we heel in de verte zien, gaat met zijn 30 voeter wel binnendoor en komt net voor ons in Bluefield aan. Rond 1 uur kunnen we het vanuit het zeegat van Canal de Tigre naar de Laguna de Chiriqui in draaien en kan het groot zeil vieren.
Om de Bluefieldbaai in te draaien moeten we gijpen. Vanwege wind en deining draaien we een stormrondje en varen daarna langs de Blauveltrots de baai in. Bij Punta Allegre zoeken we rond 16.00 uur een ankerplek. Achter de uitstekende landpunt vlak onder de kust proberen we het eerst op 8 meter diepte maar het anker trekt er zo uit. Opnieuw proberend dichter bij de wal lopen we nog bijna aan de grond. Met 1,80 m onder de neus blijven we net vrij van een klei bult. Dan toch maar op dieper water. Op 15 meter vinden we goede houdkracht.
Blabber is inmiddels ook gearriveerd. Voor ons ligt het "dorp" met zon 10-15 huizen. Ze staan op palen. Boven de grond net als in Marken. Een lokale jongen in een kano staart ons aan maar is te verlegen om ons terug te groeten. Een regenbui en mooie zonsondergang besluit de dag.
Vaak kan ik onderweg zo'n eerste nacht op zee niet slapen. Het ritme zit er nog niet in. Mijn vrije wacht lig ik dan meestal op de kuipbank wat te hangen of dommelen. Nu de spanning weggevallen is slaat de slaap toe. Vanavond vroeg naar bed en morgen de baai verkennen.